Mis nr.11 in d klein, Missa in angustiis, ofwel de Nelsonmis
Haydn was een religieus man en veel van zijn diepste en meest gepassioneerde gevoelens vonden hun neerslag in zijn religieuze muziek, met name ook in zijn oratorium Die Schöpfung.
In zijn eerste werken in dit genre, zijn missen en het Stabat Mater schuilt een frisheid en een heftigheid die verraden dat zijn geloof vooral een blijmoedig aspect in zijn leven vormde.
Joseph Haydn
Gedurende de laatste vijf jaar van de 18e eeuw bestond Haydns formele taak als kapelmeester aan het hof van prins Nicolaus Esterházy II uit het componeren van missen om de verjaardagen van de gemalin van de prins, prinses Maria Hermengild te vieren. Dit resulteerde in een reeks prachtige missen, die op voorbeeldige wijze aantonen hoe bekwaam Haydn kon omgaan met een ensemble van vier solisten, een koor en een behoorlijk bezet orkest.

Zijn derde en laatste uit een reeks missen ontstond in de zomer van 1798
De oorspronkelijke titel luidde Missa in angustiis (mis in bange tijden) met de toespeling op de Oostenrijks-Franse oorlog. Die bevreesdheid werd veroorzaakt door Napoleon die een jaar eerder Wenen had beschoten en die nu in Egypte was.
Maar nog tijdens het componeren versloeg de Engelse admiraal Lord Nelson de Franse vloot in de baai van Aboukir voor de Afrikaanse kust.
Lord Nelson
Het nieuws verbreidde zich echter niet zo snel dat Haydn toen al het werk omdoopte. Dat gebeurde pas in 1800, toen Nelson Eisenstadt bezocht en het werk te zijner ere werd uitgevoerd.

Het werk klonk in september 1798 voor het eerst in de St. Martin’s Dom in Eisenstadt.
Als onderdeel van Prins Esterházy’s bezuinigingen (ook toen al!) op de hofuitgaven was het blazersensemble (Harmonie) ontslagen; Haydn maakte eerder van dit gehele ensemble gebruik bij het componeren van missen. Hij schreef nu de Nelsonmis daarom voor strijkers (die in Eisenstadt altijd ter beschikking waren), orgel ter vervanging van de blazers (door Haydn zelf gespeeld), drie (ingehuurde) trompettisten en een plaatselijke paukenist.
Haydns collega Joseph Fuchs heeft een paar jaar na de voltooiing de mis de meer gebruikelijke instrumentatie gegeven met in plaats van de orgelpartij een zetting voor één fluit, twee hobo’s, twee klarinetten, één fagot en twee hoorns. Toen Breitkopf & Härtel in Leipzig de mis in 1802 publiceerde gaf Haydn toestemming om de ‘ontbrekende’ partijen voor blaasinstrumenten ter vervanging van de orgelpartij op te nemen.
Het Kyrie staat in d klein, de enige keer dat Haydn de tekst in een orkestrale mis in mineur toonzet. De voor een mis wat ongebruikelijke instrumentatie zette direct de wat dreigende toon, waarin het koor en de dramatische partij voor de sopraan volgen.
Het Gloria contrasteert met het Kyrie door de toonaard D groot; het is in drieën gedeeld, twee allegro delen die een adagio in Bes bij het Qui tollis omsluiten. In beide allegro’s gebruikt Haydn hetzelfde motief met een prominente partij voor de sopraan. De hoofdpartij in het Qui tollis is voor de bas, met ondersteuning van de sopraan, het koor en een orkestbegeleiding met solobegeleiding van het orgel. Het misdeel eindigt met de gebruikelijke fuga op ‘in gloria Dei Patris’.
Het openingsdeel van het Credo is als een canon opgezet. Het ‘Et incarnatus est’ – over het Mysterie van de Maagdelijke Geboorte – staat in G groot, rijk geharmonieerd en toont Haydns meesterschap, dat door de jaren was ontwikkeld in de strijkkwartetten. Als de tekst over Pontius Pilatus aan de orde komt klinken de trompetten en pauken, zoals later in het Benedictus. Een – wederom gebruikelijk – snel tempo voor het ‘Et resurrexit’ volgt, beginnend in b klein, vervolgens modulerend en dan terugkerend naar de tonica als de sopraan het ‘et vitam venturi saeculi’ inzet, gevolgd door het koor.
De openingswoorden van het Sanctus worden messa di voce gezongen, begeleid door trompetten, pauken en het orgel. Bij het ‘Pleni sunt coeli’ gaat het tempo over in een allegro.
Het Benedictus wordt doorgaans in majeur getoonzet; afwijkend gebruikt Haydn hier echter de toonsoort d klein. Aan het slot zetten dan de eerder genoemde drie trompetten weer in.
Het Agnus Dei, in G groot, gaat in het tweede gedeelte (‘Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis’) over in een begeleid recitatief.
En voor instrumentalisten, die de mistekst niet kennen, is hier een uitleg over de gezongen mis met de Latijnse en vertaalde tekst. Toch wel aardig, als je weet welke tekst je begeleidt, nietwaar?
De mis in de muziek
Het ordinarium van de mis, dat zijn de vast wederkerende gezangen, bestaat uit:
- Kyrie
- Gloria
- Credo
- Sanctus
- Agnus Dei
Kyrie
Het Kyrie is een (veelal gezongen) gebed in christelijke Kerkdiensten. In Nederland wordt het vooral in de rooms-katholieke mis en nauwelijks in protestantse diensten gebeden – in tegenstelling tot in het buitenland, waar het Kyrie door protestanten wel meestal een vast gebed is. Het wordt eerst gezongen door de priester of het koor en vervolgens beantwoord door de gelovigen. Veelal wordt het gebruikt in een gebed:
Kyrie | Nederlands |
Kyrie eleison | Heer, ontferm u over ons |
Christe eleison | Christus, ontferm u over ons |
Kyrie eleison. | Heer, ontferm u over ons. |
Kyrie is de vocativus of aangesproken vorm van het Griekse woord κύριος (kurios, “Heer”).
Het Kyrie bestaat standaard (al wijken sommige componisten hiervan af) uit driemaal drie aanroepingen, respectievelijk: Kyrie eleison (3x), Christe eleison (3x), Kyrie eleison(3x).
Gloria
Gloria | Nederlands: |
Gloria in excelsis Deo | Eer aan God in den hoge |
et in terra pax hominibus bonae voluntatis. | en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft. |
Laudamus Te. Benedicimus Te. | Wij loven U. Wij prijzen U. |
Adoramus Te. Glorificamus Te. | Wij aanbidden U. Wij verheerlijken U. |
Gratias agimus Tibi propter magnam gloriam tuam. | Wij zeggen u dank voor uw grote heerlijkheid. |
Domine Deus Rex caelestis, Deus Pater omnipotens. | Heer God, hemelse Koning, God almachtige Vader; |
Domine Fili unigenite, Iesu Christe. | Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus; |
Domine Deus Agnus Dei, Filius Patris. | Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader; |
Qui tollis peccata mundi, miserere nobis. | Gij die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons; |
Qui tollis peccata mundi, suscipe deprecationem nostram. | Gij die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons gebed; |
Qui sedes ad dexteram Patris, miserere nobis. | Gij die zit aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over ons. |
Quoniam Tu solus Sanctus. Tu solus Dominus. | Want Gij alleen zijt de Heilige. Gij alleen de Heer. |
Tu solus altissimus, Iesu Christe. | Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus. |
Cum Sancto Spiritu in gloria Dei Patris. Amen | Met de Heilige Geest in de heerlijkheid van God de Vader. Amen |
Acclamationem Dei ad Vesperas | Doxologie |
Gloria Patri et Filio, et Spiritui Sancto. | Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. |
Sicut erat in principio, et nunc et semper et in saecula saeculorum. Amen | Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen |
Het eerste gedeelte bestaat uit de Latijnse vertaling van het loflied dat de engelen volgens de evangelist Lucas gezongen zouden hebben nadat één van hen de geboorte van Jezus Christus had aangekondigd aan de herders die zich op dat moment met hun kudden ophielden in de omgeving van Bethlehem. De afsluitende acclamatie in de vespersheet ook wel kleine doxologie.
Credo
Het Credo is de Latijnse benaming van de geloofsbelijdenis van de Katholieke Kerk die tijdens de zondagse eucharistie of mis, hoogfeest of vieringen van plechtige aard in het Latijn of de eigen landstaal wordt gezongen of in dialoog tussen de priester en de aanwezige gelovigen wordt gereciteerd. Alleen tijdens een requiemmis wordt het Credo weggelaten.
Credo Credo in unum Deum, Patrem omnipotentem, factorem caeli et terrae, visibilium omnium et invisibilium. Et in unum Dominum Iesum Christum, Filium Dei unigenitum, et ex Patre natum ante omnia saecula. Deum de Deo, Lumen de Lumine, Deum verum de Deo vero, genitum non factum, consubstantialem Patri; per quem omnia facta sunt. Qui propter nos homines et propter nostram salutem descendit de caelis. Et incarnatus est de Spiritu Sancto ex Maria Virgine, et homo factus est. Crucifixus etiam pro nobis sub Pontio Pilato, passus et sepultus est, et resurrexit tertia die, secundum Scripturas, et ascendit in caelum, sedet ad dexteram Patris. Et iterum venturus est cum gloria, iudicare vivos et mortuos, cuius regni non erit finis. Et in Spiritum Sanctum, Dominum et vivificantem, qui ex Patre Filioque procedit. Qui cum Patre et Filio simul adoratur et conglorificatur: qui locutus est per prophetas. Et (in) unam, sanctam, catholicam et apostolicam Ecclesiam. Confiteor unum baptisma in remissionem peccatorum. Et expecto resurrectionem mortuorum, et vitam venturi saeculi. Amen. | Nederlands Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God, vóór alle tijden geboren uit de Vader. God uit God, Licht uit Licht, ware God uit de ware God. Geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader, en dóór Wie alles geschapen is. Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald. Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de Maagd Maria, en is mens geworden. Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is gestorven en begraven. Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. Hij is opgevaren ten hemel, zit aan de rechterhand van de Vader. Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden. En aan zijn Rijk komt geen einde. Ik geloof in de heilige Geest, die Heer is en het leven geeft; die voortkomt uit de Vader en de Zoon; die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten. Ik geloof in de éne, heilige, katholieke en apostolische kerk. Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden. Ik verwacht de opstanding van de doden. en het leven van het komend Rijk. Amen. |
De tekst van het Credo is binnen het christendom onderwerp van veel discussie geweest en een van de oorzaken geweest van het schisma tussen de Kerk van Rome en de oosters-orthodoxe kerken in 1054.
Sanctus/Benedictus
Het Sanctus is het vierde vaste misgezang van het ordinarium van de H. Mis en is een onderdeel van het Eucharistisch gebed. Na het Sanctus wordt het Eucharistisch gebed vervolgd met de Canon en gaan de gelovigen knielen.
Het Sanctus bestaat eigenlijk uit twee delen: het Sanctus (gebaseerd op Jesaja 6:3) en het Benedictus (zie Mattheüs 21:9). Het eerste deel is overgenomen uit de liturgie van de synagoge, waar het op de sabbatmorgen gezongen wordt (het zogenaamde “Keduscha”). Het is door paus Sixtus I (115-125 AD) ingevoerd in de liturgie en werd door priester en volk samen gezongen. Het is daarmee waarschijnlijk het oudste stuk volkszang tijdens de mis. De tekst van het “Benedictus” (= gezegend die komt in de naam des Heren) is ontleend aan de intocht van Jezus in Jeruzalem.
Sanctus/Benedictus | Nederlands |
Sanctus, Sanctus, Sanctus,Dominus Deus Sabaoth; | Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten. |
Pleni sunt cæli et terra gloria tua. | Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. |
Hosanna in excelsis. | Hosanna in den hoge. |
Benedictus, qui venit in nomine Domini. | Gezegend Hij die komt in de Naam des Heren. |
Hosanna in excelsis. | Hosanna in den hoge. |
Agnus Dei
De Latijnse uitdrukking Agnus Dei staat voor het Lam Gods en verwijst naar Jezus Christus in zijn rol van de perfecte sacramentele opoffering die de zonden van de mens verzoent in de christelijke theologie.
Het offer van een lam en het Bloed van het lam zijn in de godsdiensten van het Midden-Oosten een vaker gebruikt beeld. In de protestantse kerken wordt de aan Openbaring van Johannes ontleende uitdrukking “gewassen in het bloed van het lam” wel gebruikt als aanduiding van de verlossing van de door kerken veronderstelde erfzonde.
In de kunst is het Agnus Dei de figuur van een lam dat een kruis draagt, symbool voor Jezus als Lam Gods. Deze voorstelling wordt vaak gebruikt in christelijke kunstwerken, waarvan het Lam Gods te Gent het beroemdste is.
Het Agnus Dei of het Lam Gods wordt gezongen terwijl de priester het heilig brood breekt en de vermenging plaatsvindt: de priester laat een deeltje van de hostie in de kelk vallen.
Het Agnus Dei werd altijd gezongen en schijnt voor het eerst geïntroduceerd te zijn tijdens een mis door Paus Sergius I (687-701). De tekst van het Agnus Dei, die gebaseerd is op Johannes 1:29 waarin Johannes de Doper Jezus aanwijst als het Lam Gods, luidt als volgt:
Agnus Dei | Nederlands |
Agnus Dei, | Lam Gods, |
qui tollis peccata mundi, | dat wegneemt de zonden der wereld, |
miserere nobis. | ontferm U over ons. |
Agnus Dei, | Lam Gods, |
qui tollis peccata mundi, | dat wegneemt de zonden der wereld, |
miserere nobis. | ontferm U over ons. |
Agnus Dei, | Lam Gods, |
qui tollis peccata mundi, | dat wegneemt de zonden der wereld, |
dona nobis pacem. | geef ons de Vrede. |